De Ming-dynastie was een van de meest invloedrijke en welvarende dynastieën in de Chinese geschiedenis. De dynastie regeerde van 1368 tot 1644 en wordt vaak beschouwd als de laatste grote Chinese dynastie vóór de invasie van de Mantsjoes, die de Qing-dynastie stichtte.
De Ming-dynastie werd gesticht door Zhu Yuanzhang, een voormalige monnik die de rebellenleider werd in een opstand tegen de Mongoolse Yuan-dynastie. Na het verslaan van de Mongolen en het heroveren van China, riep Zhu Yuanzhang zichzelf uit tot keizer Hongwu en vestigde de hoofdstad van de Ming-dynastie in Nanjing.
Onder de leiding van de Ming-dynastie bereikte China een periode van grote welvaart en culturele bloei. Keizer Yongle, de derde keizer van de dynastie, verplaatste de hoofdstad naar Peking en liet de Verboden Stad bouwen, een van de meest iconische architectonische meesterwerken van China.
De Ming-dynastie was ook verantwoordelijk voor het herstel van de Chinese cultuur na de Mongoolse overheersing. De dynastie steunde de ontwikkeling van de kunsten, literatuur en wetenschap, en het was tijdens deze periode dat enkele van de grootste meesterwerken van de Chinese literatuur werden geschreven.
Ondanks de welvaart en culturele bloei van de Ming-dynastie, begon het keizerlijke gezag in de latere jaren af te nemen. Binnenlandse onrust, corruptie en economische problemen leidden uiteindelijk tot de val van de Ming-dynastie in 1644, toen de Mantsjoes binnenvielen en de Qing-dynastie stichtten.
Desondanks blijft de Ming-dynastie een van de meest fascinerende periodes in de Chinese geschiedenis. Haar erfenis van culturele verfijning, architectonische pracht en literaire meesterwerken blijft tot op de dag van vandaag voortleven en inspireert nog steeds bewondering en verwondering.